Ontwikkeling als kunstenaar

Jos van Doorn (
Vught, 1956) studeert in 1984 af aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Arnhem, richting grafiek en schilderijen. Al vrij snel na zijn afstuderen  ontstaat de behoefte naar uitbreiding van het beeldend onderzoek en hij verplaatst zijn werkgebied naar het ruimtelijk vlak. Hij gaat objecten maken en multi-inzetbare installaties, o.a. een stilte- en contemplatieruimte, een ‘kathedraal’ voor de hedendaagse mens. Ambachtelijk vakmanschap en een diepe liefde voor natuurlijk materiaal vormen hierbij de uitgangspunten. Met een toenemende interesse voor maatschappelijke ontwikkelingen groeit echter ook de drang om zijn bespiegelingen hierover in een ander perspectief te plaatsen en samen met een paar vrienden richt hij ‘Stichting PlaatsMaken’ op, een initiatief dat jonge kunstenaars een podium biedt om zich aan een breed publiek te presenteren. Hiervoor worden o.a. kunstenaarsboeken uitgegeven en een uitgebreide reeks tentoonstellingen en manifestaties georganiseerd.

In 1991 richt hij het bedrijf ‘Brussels Lof, total idea factory’ op. Al dan niet in samenwerking met andere kunstenaars ontwikkelt en realiseert dit bedrijf kunst- en kunstgerelateerde projecten in opdracht van bedrijven, particulieren en overheidsinstanties.

Aan de hand van een opdracht van de gemeente Zutphen voor een beeld in de openbare ruimte (‘De Ontaarde Mens’ 1998 ?) raakt hij gefascineerd door het materiaal brons. Hij wordt geraakt door het eeuwigheidgehalte van het materiaal, door het procédé van de verloren-was methode, en ook nu weer onderzoekt hij diepgaand de mogelijkheden om hierin beeldend zijn kijk op de wereld uit te drukken.

Tijdens een bezoek aan Canada in 2004 raakt hij geïnspireerd door de totempalen van de Indianenstammen aan de westkust en van Alaska en opnieuw verlegt hij als kunstenaar zijn grenzen. Hij gaat zijn eigen totems bouwen, opgebouwd uit unieke exemplaren aardewerk en andere, vaak wonderlijke attributen.

Naast, en in vervolg op deze totems werkt Jos van Doorn tegenwoordig aan een serie dierfiguren waarin de klassieke thema’s in de verhouding tussen het mannelijke en het vrouwelijke wezen worden uitgediept.